Soms denk ik wel eens dat ik creatief ben. Bijvoorbeeld na psychologische testjes waarbij je zoveel mogelijk toepassingen moet verzinnen wat je met een krant kunt doen.
Maar soms weet ik dat ik helemaal niet creatief ben. Omdat je dingen tegenkomt die je had willen verzinnen. Had moeten verzinnen. Had kunnen verzinnen. Omdat het zo simpel is om het te bedenken.
Dat gevoel overkwam mij toen ik las dat museum Boymans van Beuningen de Pindakaasvloer gekocht had. Van Ernie notabene!
“De Pindakaasvloer is op elke gewenste grootte uit te voeren en bestaat uit een soort lijst, waarbinnen zich in de gewenste dikte een bepaalde hoeveelheid pindakaas van een nader te bepalen merk bevindt”.
Wat een geweldig ding! En wat een geweldig businessmodel! Het product gaat al sinds 1962 mee en bevindt zich vast nog niet aan het einde van de life-cycle. Helaas doet het museum geen uitspraken over de aankoopprijs, dus we moeten raden naar de marge, maar ik schat in dat er een uitstekende ROI op deze vloerbedekking zit.
Het mooiste van alles is dat het een allesbehalve prettig tapijt is: binnen drie minuten zit de geur diep in je kleding en het loopt ook niet al te lekker.
Maar misschien heeft het ook onvermoede voordelen. Ik heb mezelf voorgenomen om toch eens te kijken naar de isolatiewaarde van pindakaas bij verschillende diktes. Want met het inmiddels verplichte energielabel zie ik ruimere mogelijkheden voor de toepassing van pindakaas in woningen en bedrijfspanden. Zonde om alleen de vloerisolatie te doen!
Mocht de studie naar de isolatiewaarde positief uitvallen dan komt het pindakaasdak als line-extension binnen bereik. Ook kunt u dan met plezier uw spouwmuur met pindakaas vullen. Last-but-not-least: een bijbehorend Groencertificaat is op voorhand niet uit te sluiten en zelfs waarschijnlijk.
Want ook hiervoor geldt het overkoepelende motto van de pindakaasvloer: “alles is zinloos en onzinnig, maar daarom nochtans wel de moeite waard”.